Vangkracht

  • Nicole

    Jan den Besten beschreef in 1969 in zijn “Opleiding Watermolenaar” hoe je de vangkracht van je molen kunt benaderen, compleet met praktijkvoorbeelden. Een jaar geleden beschreef het Gilde in hun blad een andere methode. Je zou met een zandzak aan het gevlucht op een weegschaal moeten gaan staan en dan de vang lichten. Heeft iemand dit wel eens in het echt gedaan, of zijn hier geen praktijkvoorbeelden van ?

  • Teun

    Beste Nicole,

    Het onderwerp dat je aansnijdt is erg lastig. Als je het écht goed wil doen moet je toch wel enige kennis van mechanica hebben. Zo heeft een vang eigenlijk geen vangkracht, maar een vangkoppel. Dat is de juiste benaming. Koppel = kracht x arm Ook heeft een vang 2 verschillende vangkrachten (maar natuurkundig juister gezegd vangkoppels): als de molen draait en als de molen stilstaat.

    De remkracht (of beter, het remmend koppel) is bij stilstand veel groter. De wrijving is bij 2 stilstaande oppervlakken groter dan de wrijving bij oppervlakken die ten opzichte van elkaar bewegen. Een molen die bijna niet te vangen was staat eenmaal bij stilstand toch redelijk stabiel vast. Dat heeft te maken met het verschil tussen de grotere statische en de kleinere dynamische wrijving.

    Dat verschil tussen die statische wrijving en de (kleinere) dynamische wrijving maakt het bijvoorbeeld ook noodzakelijk dat je vang nog even licht wanneer de molen bijna stil staat. Als de molen bijna stilstaat gaat de kleinere dynamische wrijving abrupt over in de veel grotere statische wrijving. De remkracht (of beter het remmend koppel) gaat dan met een sprong omhoog. Prebeer het maar ´s in auto, als je bijna stilstaat, en dat je dan fors op de rem trapt! Bij een molen gebeurt eigenlijk iets soortgelijks, en daardoor klapperen de wieken als je de vang aan het einde niet even licht…

    Helaas heb ik de syllabus van den Besten niet bij de hand en het zou wél helpen als je kan vermelden om welk Gildenummer het gaat. Maar wát je eigenlijk meet in de beschreven methode, dat is mij wel een raadsel.

  • Nicole

    Dag Teun,

    Het verhaal heet Vangkrachten en het staat in de Gildebrief van juni 2016.

  • Teun

    Ja Nicole, nu weet ik het weer. De teksten van Jan Hofstra lees ik altijd met veel aandacht, maar dat stukje over de wrijvingscoefficient begreep ik niet. En eigenlijk nu nog niet. Wat meet je eigenlijk…?

    Op dezelfde pagina geeft Jan aan hoe je de trekkracht van de vangbalk aan het sabelijzer kan bepalen. Jan den Besten heeft dat erg ingewikkeld gedaan, Jan Hofstra doet dat weer iets eenvoudiger. Maar het kan volgens mij nog eenvoudiger: Als je het wiekenkruis tegen de draairichting induwt, til je in wezen de vangbalk op. Als je de benodigde kracht meet en naar verhouding omrekent kom je op de trekkracht aan het sabelijzer uit. Zie daartoe (aan het einde)

  • Teun

    Wel bijzonder dat het zo muisstil is op dit forum, alsof er bijna niemand meer is. Maar het bovenstaande filmpje is inmiddels 90 keer bekeken…. Het zwijgende forum….^_^

  • Nicole

    Leuk filmpje, leuke methode. Wij gaan het proberen, met een kleine aanpassing. Duwen tegen het verticale end is hetzelfde als trekken aan het komende end. Ik ga op zoek naar een kloeke grondzeiler. Daar hangen we een roeketting aan het komende end. Vervolgens gewicht toevoegen totdat ie slipt. Dat vergelijken met de berekende waarden. Ik ben benieuwd. Misschien ga ik het ook wel een keer bij Jan Hofstra thuis meten. Ik ben benieuwd. 

    De stilte is inderdaad indrukwekkend. Molenars zijn praktijkmensen ; het is belangrijker om raak te schieten, dan om een kogelbaan te kunnen berekenen. Maar als je het doorhebt, dan zie je het beter.

    Alleen even wachten tot windstil weer. Hopelijk lang wachten.

  • Teun

    Beste Nicole, Je kan het ook met een personenweegschaal (duwen) of een unster (trekken) proberen. Dan kom je al een eind in de buurt.

    Ik heb het filmpje gemaakt, omdat ik nauwelijks een idee had van wat er zich in de kap afspeelt als de wieken achteruit draaien. Nu weet ik zelfs méér dan dat!

    • Dat je heel eenvoudig de trekkracht van de vangbalk aan het sabelijzer kan meten.

    • Dat je bij iedentieke molens -zoals poldermolens- heel eenvoudig op dezelfde manier kan meten of een molen sterk afwijkt van de rest: Molendiagnostiek. Is er iets mis met die ene molen? Vanwaar zo´n afwijking….?

    • Ik weet nu ook, als de molen te lang achteruit draait, welk vangstuk dan als éérste gaat branden en waar je dus als éérste je aandacht en je blusinspanningen op moet richten….

    Om Johan Crijff te citeren: “Je gaat het pas zien als je het door hebt”. Ik hoop dat zo´n filmpje daarbij helpt. Daar maak ik ze voor….

  • Jan

    Volgens mij is de simpelste manier om een weegschaal onder de vangbalk te zetten.

  • Teun

    Een vangbalk is lang, Jan. Waar zet je de weegschaal dan ergens neer….?

  • karel

    Dag Teun,

    Van de weerk, op een windstille avond, heb ik de proef op de som genomen met jouw theorie.

    De proef is mislukt, tot mijn grote opluchting. Samen met een ferme molenaar ben ik naar de plaatselijke grondzeiler getogen.

    Daar hebben we eerst de trekkracht van het sabelijzer bepaald op de klassieke methode “Den Besten”. Daar kwam 1660 N uit.

    De arm van de vang is 1,70. De bevestiging van de roeketting zit op 13 m. 1660 maal 1,70 gedeeld door 13 is 217. Volgens je theorie van de molen zou, om de vang te lichten, een duwtje met pakweg 22 kilo zou dus al genoeg moeten zijn, of een gewicht van 22 kilo aan het horizontale gaande end. Daar een roeketting aan gehangen, die 35 kilo weegt. Er gebeurde niets. Daarna een molenaar met z'n volle gewicht erbij. Nu hangt er in totaal 135 kg. Nog steeds niets. Je krijgt tot mijn opluchting die vang gelukkig niet zomaar gelicht.

    Zou het kunnen zijn dat je wat over het hoofd hebt gezien ? Het lijkt er op dat je het koppel van de vangbalk gebruikt in je berekening. Moet dat niet het koppel van de vang zijn ? Dat koppel is  hier 27 maal groter (2,71 (“e”) tot de macht (statische) wrijvingscoefficiënt maal vangomtrek in radialen). Ik loop graag een keer met je door de berekening. Ik zou het ook wel leuk vinden als Jan Hofstra een keer zijn berekening uit het gildeblad “wiebelen op een weegschaal” aan de praktijk zou komen toetsen.